Volgens sommige Europese ambtenaren is er nu een “Brexit-effect” dat het gemakkelijker zal maken om de komende internationale onderhandelingen aan te pakken.
Het is waarschijnlijk niet zomaar een “afscheid”. Het afscheid van de Britse leden van het Europees Parlement en de goedkeuring van het Brexit-akkoord door het Europees Parlement op woensdag 29 januari markeren een onomkeerbaar keerpunt. Achter het verlies en de turbulentie die te verwachten zijn, zal de scheiding echter niet alleen negatieve gevolgen hebben. Europa zou er sterker uit kunnen komen.
De afgelopen 24 maanden van onderhandelen zijn uitputtend geweest voor de Europese instellingen. We komen zwakker of sterker uit de beproevingen. Wat betekent dit voor de Unie?
De “methode-Barnier” zal een onvoorziene maar heilzame ontwikkeling in de samenwerking tussen de 27 lidstaten, de Europese Commissie en het Parlement hebben gemarkeerd. Deze methode, die is ontwikkeld door de hoofdonderhandelaar van de EU voor de Brexit, de Fransman Michel Barnier, heeft twee blijvende veranderingen teweeggebracht.
Duidelijkheid en pioniersvoordeel
De heer Barnier faciliteerde een beslissend startpunt. De lidstaten waren vastbesloten niet toe te geven op bepaalde belangrijke onderhandelingspunten: bescherming van het vrije verkeer en de burgerrechten, geen grens tussen Noord-Ierland en de Republiek Ierland, en regeling van de Britse schuld.
Deze duidelijkheid maakte een strategische aanpak mogelijk. De gevoeligste kwesties werden het eerst aangepakt om rechtszekerheid en vertrouwen te creëren. Het stelde ons in elke fase in staat om de Europese aanpak uit te leggen, voet bij stuk te houden bij besluiteloosheid aan Britse zijde en voorstellen als eerste op tafel te leggen.
Dit principe, dat een kwestie van gezond verstand zou moeten zijn, was verre van vanzelfsprekend. Het was niet evident in recente handelsonderhandelingen, zoals die over TTIP of CETA. Maar, zoals sommige Europese ambtenaren hebben toegegeven, er is nu een “Brexit-effect”.
Afstemming zal het gemakkelijker maken om de komende internationale onderhandelingen aan te pakken, waaronder die in de komende maanden voor de associatieovereenkomst met het “Verenigd Koninkrijk plus si Uni”.
“Transparantie en vertrouwen
De tweede methodologische innovatie is het systematisch informeren van alle betrokken institutionele actoren in elke fase van het proces. De heer Barnier en zijn adviseurs zijn in twee jaar tijd vier keer langs alle nationale hoofdsteden gereisd en hebben systematisch ontmoetingen gehad met nationale parlementen, vakbonden en particuliere partners.
Deze gezamenlijke transparantie, waarbij geheimhouding op beslissende momenten wordt afgewogen tegen delen waar mogelijk, is ongekend. Ze wordt door iedereen geprezen, wekt vertrouwen en bevordert de cohesie. Het is gemakkelijk om goede gewoonten te verliezen, maar Europa weet nu dat het dat kan.
Afgezien van de duidelijkheid van de aanvankelijke standpunten en de grotere betrokkenheid van de betrokken spelers, hebben deze maanden van onderhandelen met Groot-Brittannië de gewoonten van de Europese ambtenaren door elkaar geschud: pragmatisme, striktheid, respect, persoonlijke betrokkenheid, beheersing van emoties – het zijn allemaal kwaliteiten die hun sporen hebben nagelaten.
We hebben een “Black Mirror”-scenario vermeden
De onderhandelingen hadden wel eens jammerlijk kunnen mislukken aan Europese zijde. Men kan zich, zonder zich te forceren, de verdeeldheid, vertragingen en besluiteloosheid van de Europese politieke club voorstellen in het licht van het vertrek van de derde economische macht van de regio, met de daaruit voortvloeiende zwakte die andere X-xits aanmoedigt…
De weg is nog niet ten einde. Vanaf maart beginnen de EU en het VK aan een marathon van 9 maanden werk om tot een associatieovereenkomst te komen. Dit is een primeur en het tempo dat de Britse premier nastreeft is adembenemend.
Al met al zal Brexit echter een bron van inventiviteit en cohesie zijn geweest voor de Europese Unie. Daar kunnen we Nigel in ieder geval dankbaar voor zijn.
Oorspronkelijk gepubliceerd in L’Echo.