De Grondwet vernieuwen… Maar waarvoor?!
  • Democratische Innovaties

De Grondwet vernieuwen… Maar waarvoor?!

11 Dec 2019

Wiki Commons photo

Dezer dagen komt iedereen met min of meer briljante ideeën over de reorganisatie van België en de hervorming van de Grondwet. Vooruitlopend op de fundamentele debatten gaan deze voorstellen voorbij aan twee essentiële vragen: welke visie op de toekomst van België en welke democratische opdrachten moeten de nieuwe instellingen vervullen?

De waarden die ten grondslag lagen aan het ontstaan van verschillende vormen van democratie in de 18e, 19e en 20e eeuw waren vergelijkbaar. Het doel was om burgers te bevrijden van willekeur en zelfs van het juk van dictatuur, om politieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting te cultiveren en om gelijke rechten en menselijke waardigheid aan te moedigen. Deze idealen van regeren door, met en voor het volk, die de idealen van “vrijheid, gelijkheid en broederschap”, nationale soevereiniteit en gelijke toegang voor mannen en vrouwen tot kiesmandaten en verkozen ambten omhelzen, verspreiden zich overal. De Belgen werden “gelijk voor de wet” verklaard, “de rechten en vrijheden van ideologische en filosofische minderheden” en “individuele vrijheid en eigendom werden beschermd”.

Gelukkig zijn er maar weinig voorstanders van het opgeven van deze garanties. We gaan ervan uit dat nieuwe instellingen deze fundamentele behoeften zullen blijven beschermen. Maar wat zou eigenlijk de missie van de Belgische democratie moeten zijn in een Europa dat de komende decennia van binnenuit en van buitenaf wordt geteisterd, in een steeds complexere wereld? Net als de federale grondwet komen institutionele vragen aan bod in het debat dat ontstaat voordat het project voor de samenleving wordt verduidelijkt

Dromen de Belgen van elektrische schapen?

In zijn beroemde futuristische roman Do Androids Dream of Electric Sheep uit 1966 stelt Philip K. Dick zich voor dat de aarde, verwoest door een kernoorlog, alleen nog wordt bewoond door een handjevol mensen die ervoor hebben gekozen om niet naar Mars te emigreren. In een wereld waarin androïden veel mensen en dieren hebben vervangen, vraagt de auteur zich af wat het is dat mensen menselijk maakt. Om dezelfde vraag op te nemen in een wereld die ooit zou kunnen lijken op de wereld die hij oproept – hopelijk in veel minder somberheid – en om de titel van zijn boek te parafraseren: wat is de collectieve droom van de Belgen voor de volgende eeuw, een droom in dienst waarvan instellingen zouden moeten worden ontworpen

Zoals de Nederlandse historicus Rutger Bregman betoogt in zijn essay Utopies réalistes, is een dosis droom essentieel als we een samenleving willen opbouwen. Johnny Halliday zong over “willen willen”. Er is geen tekort aan kwesties om mensen te mobiliseren voor de toekomst, en we kunnen erop vertrouwen dat dit eerste niveau van het maatschappelijke project zal worden aangepakt, gezien de sterke deliberatieve impuls die de Belgische samenleving de laatste jaren heeft gekregen, gedreven door pioniers van nieuwe organisatievormen, van collaboratieve banken tot universeel inkomen, van geavanceerde vormen van burgerparticipatie tot digitale technologieprojecten ten dienste van de burger, van klimaatmobilisaties tot gezondheidstechnologie… 

We moeten er echter voor zorgen dat deze debatten niet op de achtergrond raken, zoals werd gesuggereerd door de eerste voortijdige duwtjes van politieke pionnen, maar deel uitmaken van de kern van de discussie over de toekomst van de instellingen. Want de instellingen zijn niet slechts buizen waar de macht doorheen stroomt, maar machines die ons ten dienste staan. Dus ja, laten we het doorslaggevende belang van grondrechten tegenover concurrerende regimes opnieuw bevestigen. Maar met welke nieuwe dromen

Er is nog een tweede niveau in het project dat niet aan bod is gekomen, en wij vrezen dat dit ook niet zal gebeuren: wat willen we dat de instellingen produceren, naast het beschermen en handhaven van mensenrechten, het milieu of burgerparticipatie

Wat als onze instellingen collectieve intelligentie zouden faciliteren in plaats van onderdrukken?

Grofweg zijn onze instellingen gebaseerd op het delegeren van beraadslagingen en beslissingen aan gekozen vertegenwoordigers, met een recente golf van enthousiasme voor mechanismen die burgers in staat stellen bij te dragen aan het politieke proces. We duimen allemaal dagelijks dat dit complexe systeem – dat onleesbaar is voor veel burgers die er steeds minder in geloven – een goed overheidsbeleid oplevert. Maar wat is onze definitie van goede politieke beslissingen

Politicologen hebben het over de legitimiteit van publieke besluitvorming in termen van haar “input” (in het bijzonder de input van burgers), haar proces (beslissingen worden genomen op een manier die erkend wordt als eerlijk, transparant, enz.) en haar effecten (overheidsbeleid heeft de gewenste effecten). Waar geven we de voorkeur aan en welk institutioneel ontwerp cultiveert het best welke kwaliteiten

Laten we het voorbeeld van impact nemen. Hoe ontwerpen we instellingen zodat ze, eenvoudig gezegd, zo intelligent mogelijk zijn? Dat wil zeggen, zodat ze geen slappe consensus onder de inzet produceren of compromissen die schadelijk zijn voor toekomstige generaties, maar originele oplossingen die beter zijn dan eerdere, efficiënt in termen van middelen, op tijd geïmplementeerd, met zoveel mogelijk gunstige neveneffecten (en zo min mogelijk negatieve) en die het optimum van gunstige effecten voor het grootste aantal benaderen? Deze wetenschap wordt bij voorbaat verdoezeld door de overhaaste standpunten die worden ingenomen, het ene oog gericht op de peilingen, het andere op de gewenste vorm van de volgende mandaten.

Toch bestaat deze wetenschap. Het is de studie van collectieve intelligentie, die tegenwoordig alle facetten van intelligentie – menselijk, emotioneel en computer – mobiliseert om betere beslissingen te nemen. Als de grondleggers van de Republikeinse Grondwet van de Verenigde Staten – en de opstellers van de daaropvolgende democratische grondwetten – wantrouwig stonden tegenover ‘volksdemocratie’ en als ze het mobiliseren van het vermogen van burgers om collectief na te denken nooit tot een officiële opdracht van de overheid hebben gemaakt, dan is het tijd om van tijdperk te veranderen.

Voor een België – en trouwens ook voor een Europa – dat is uitgerust om de uitdagingen van de 21ste eeuw aan te gaan, moeten we eerst en vooral nadenken over wat ons drijft en hoe we onze instellingen zo kunnen organiseren dat ze onze collectieve intelligentie en verbeelding mobiliseren ten dienste van ons gemeenschappelijk project

Oorspronkelijk gepubliceerd in de krant L’Echo

Auteurs: Stephen Boucher [Dreamocracy], Wietse Van Ransbeeck [Citizenlab].

Wilt u meer weten over de methoden die in dit geval zijn gebruikt?

Maak een afspraak om je creativiteit te ontketenen met de projectmanager, Victor.

Stuur een e-mail

This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.